woensdag 30 maart 2011

Tadaima! Thuiskomen

Waarde lezer, het is zover: ik ben weer in Japan! Ik zit heerlijk in de lentezon te bloggen, die door het open raam van mijn kamer naar binnen schijnt. De lucht is strakblauw, geroezemoes van werklui drijft voorbij, er is kortom niets dat aan de reis van gisteren doet herinneren. Om jullie (en mezelf) er aan te herinneren dat ik toch echt binnen 24 uur van Wijchen naar Tokyo ben verhuisd, volgen hieronder een beknopt reisverslag, alsmede de eerste indrukken van mijn hernieuwde kennismaking met Tokyo.

Op Maandagochtend gaat de wekker al om zeven uur. Geholpen door de wetenschap dat vandaag de grote reis gaat plaatsvinden, sta ik in een oogwenk naast mijn bed. Met behulp van papa, mama, Tom en Joep wordt de laatste hand gelegd aan de bagage en de voorbereidingen voor de rit naar Schiphol. Negen uur kan er weggereden worden, en na opa Jan opgehaald te hebben verloopt de reis naar Schiphol voorspoedig en zonder files. Aldaar wacht Jurre al, om me nog een laatste groet uit het Leidse te brengen. In de vertrekhal drinken we een goede kop koffie of thee en verorber ik met enige weemoed het laatste broodje filet Americain dat mij dit jaar ten deel zal vallen. Omdat alles deze ochtend volgens plan verloopt, realiseer ik me nauwelijks dat ik over niet al te lange tijd aan de andere kant van de wereld zit, en een jaar uit de vertrouwde omgeving weg zal zijn. Dit besef begint echter nu het vertrek nog maar enkele uren verwijderd is eindelijk door te dringen. Aan de ene kant ben ik dolblij dat ik naar het land van mijn dromen mag, aan de andere kant zal ik mijn gezin ontzettend missen. Echter, het moment om afscheid te nemen is plots daar. De tranen vloeien even, maar in de wetenschap dat dit een cruciaal jaar gaat worden herneemt iedereen zich. Dan spoed ik me de gate door en begint het grote avontuur.



Het vliegtuig dat me naar Tokyo zal brengen blijkt verrassend genoeg bijna vol te zitten. Later blijkt echter dat vooral Japanners terugvliegen naar hun vaderland en dat het aantal buitenlanders aan boord op één hand te tellen is. De sfeer aan boord is ontspannen en een aantal niet onverdienstelijke vliegtuigmaaltijden, koppen koffie en borrels later landen we te Narita. Op deze luchthaven blijken de aangekomen passagiers nog steeds door een merkwaardig doolhof van bijkans uitgestorven hallen te moeten lopen, alvorens de bagage kan worden opgehaald. Bij de bagageband snuffelt een herdershond aan mijn benen, volgens de omroepstem om "illicit drugs" uit Japan te weren. Op deze vertederende beveiligingsmaatregel na valt er niets noemenswaardigs voor en na een uur sta ik op het perron onder de aankomsthal te wachten op mijn trein richting Tokyo. Mijn aanvankelijke vrees voor niet volgens schema rijdende treinen blijkt ongegrond en via Nippori, Ikebukuro en de metro naar Nishi Waseda bereik ik mijn bestemming. In Nishi Waseda speelt mijn chronisch onvermogen om kaart te kunnen lezen weer op, maar een alleraardigste vrouw brengt me naar de dormitory die komend jaar mijn thuis gaat vormen. Nog enigszins verbluft door het feit dat ze meeliep en ook nog mijn koffer droeg, valt mijn oog op het briefje bij de ingang waar mijn naam op prijkt. Mevrouw Nakamura, de kanrinin (een soort conciërge), is aardig maar doeltreffend en weet in twee minuten (!) een rondleiding door het hele complex te verzorgen. Na die twee minuten verdwijnt mevrouw Nakamura op geheimzinnige wijze en kan ik me installeren op mijn kamer.



De kamer is eigenlijk voor twee personen bedoeld, maar er is mij gelukkig verzekerd dat ik de enige bewoner zal zijn. Het principe van bad, wastafel en toilet in één is helaas niet toegepast, maar de combi toilet en wastafel gaat zeker in de ochtend de nodige tijdswinst opleveren. Voorts beschik ik over twee bureaus (wellicht eens nadenken over een Japanse secretaresse?) bedden en boekenkasten, alsmede een zeer ruim bemeten kledingkast. Het doemscenario van een hokje van drie bij drie meter zonder ramen is welzeker volledig afgewend! Ook de rest van de dorm stemt tot tevredenheid, er is een ontspankamer met televisie, een douche met een goed harde straal en vrij gebruik van de rijstkokers. Enige punt van aandacht is een briefje in de keuken waar op staat dat ik me moet hoeden voor figuren die plakjes ham uit de koelkast stelen.

De kamer is in een oogwenk ingericht en na de eerste berichten aan het thuisfront gestuurd te hebben, de eerste konbini te zijn binnengestapt en een kort middagslaapje gedaan te hebben, is het tijd voor Katsudon. Dit heerlijke gerecht bestaat uit gepaneerde varkensschnitzel, samen met een laag ui en omelet gedrapeerd over de rijst. Tussen vermoeid ogende salarymen hengel ik tevreden deze traktatie naar binnen, die zoals het Japanners betaamt exact hetzelfde smaakt als een half jaar geleden. Het kordate 'irasshaimase' (komt u binnen) en de uitroepen van het personeel dat aangeeft dat ze de orders in de keuken ook begrijpen verhogen de vreugde. Hoewel ik eet tussen volslagen onbekenden en duidelijk een buitenlander ben, voelt het alsof je een bevoorrechte bezoeker van een goed restaurant bent. De sfeer in de Katsuya, de welwillendheid van de mensen op straat, in de dormitory en het vermogen om elkaar in een druk station als Ikebukuro niet ondersteboven te lopen laten dan eindelijk het gevoel dat ik weer in Japan ben ontluiken! Hoewel er nog weinig bekend is over het taalprogramma dat ik zal volgen, staat het wel vast dat dit een geweldig jaar gaat worden!

woensdag 23 maart 2011

Volg je hart!

Mijn hart is er al. De rest volgt komende maandag. Gaan of niet gaan, dat was de vraag gedurende de afgelopen dagen volgende op de aardbeving, de tsunami en de perikelen rond de kernreactoren. Oorspronkelijk was de reis op maandag 21 maart gepland, het wordt nu dus 28 maart.

Mijn schildklier is volledig ontwikkeld, melk en spinazie waren al geen favorieten, mijn dormitory bevindt zich ofwel op de begane grond of op één hoog. 32 verdiepingen traplopen wanneer de lift zonder stroom gezet moet worden is er niet bij. Mijn hart doet echter zeer. Ofschoon al mijn Japanse vrienden en kennissen me verzekeren dat ze fysiek ongedeerd zijn, wil ik ze toch graag zien en waar mogelijk helpen. Takuo-san werkt in Sendai en leidt het watermanangement van de aanleg van een metrosysteem. Er valt niets meer te managen. De modderstroom kwam tot stilstand op drie kilometer van zijn appartement, dankij een dijklichaam van een verhoogde snelweg. Van die dingen dus. Daar wil ik het graag met hem over hebben.

zaterdag 5 maart 2011

Wonen bij Waseda

Ik ga weer! Dit maal zonder Tom. En zelfs - verdikkeme - een jaar zonder Tom. En de rest van de familie, moederziel alleen. Waseda University heeft me als uitwisselingsstudent geaccepteerd, zodat ik gedurende een jaar de allerfijnste kneepjes van de japanse taal en cultuur tot mij kan nemen.

Waseda Daigaku (zie ook: Wikipedia) is een van de meest prestigieuze universiteiten in Shinjuku, Tokyo en beschikt over een belangrijke collectie literatuur en naslagwerken van Japanse schrijvers uit de Taishō periode (1912-1926). Mijn master-onderzoek zal zich concentreren op de manier waarop de Japanse literaire wereld omging met de invloed van het Westen. Een vergelijk tussen de schrijvers Kawabata Yasunari en Tanizaki Junichiro en hun omgang met het verlies van traditionele Japanse cultuur, zal de hoofdmoot gaan vormen. Ik mag een jaar in de archieven van Waseda neuzen en verheug me op mijn eigen Taishō jidai: "period of great righteousness". Na drie jaar bikkelen op de theorie in Leiden komt het mij rechtvaardig voor om een praktijkjaar in Japan door te brengen.

Eind maart vertrek ik richting Shinjuku. De slaapgelegenheid is al geregeld, ik beschik over een eigen room in een dormitory op vijf minuten loopafstand van de campus. Kijkt u even mee?


Pim in Tokyo weergeven op een grotere kaart

Als de Japanse schriftaanduidingen op de kaart u wellicht niet zo aanspreken, kunt u met Street View gerust even rondkijken bij mij op de stoep.

Street View